Besluit  burgemeester

Bevoegdheid

Decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017 en latere wijzigingen, in het bijzonder artikel 63-67, afdeling 2, m.b.t. de bevoegdheden van de burgemeester.

Juridische grond

Nieuwe gemeentewet, in het bijzonder artikelen 134 § 1 en 135 § 2.

Wet op het politieambt, in het bijzonder artikel 34 § 3.

Wetten van de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, in het bijzonder artikel 14 § 1, 1°.

Algemeen Politiereglement van de Politiezone Regio Tielt van 01.06.2017 en latere wijzigingen.

Feiten, context en argumentatie

Het bestuurlijk verslag dd. 24.09.2025 met referentie BU/5448BU000000154/2025 van de Politiezone Regio Tielt gericht aan de burgemeester met betrekking tot overlast en criminaliteit in de Stationsomgeving werd op 24.09.2025 ontvangen.

Naar aanleiding van diverse meldingen van overlast en criminele feiten in en rond het station, werden opzoekingen verricht in de politiebestanden- om een concreet beeld te schetsen van de problematiek.

Uit de analyse blijkt duidelijk dat de stationsomgeving te kampen heeft met een verhoogde concentratie van strafbare feiten en overlastsituaties. Het betreft onder meer:

• Diefstallen, met een nadruk op fietsdiefstallen, maar ook andere bezittingen worden regelmatig ontvreemd;
• Groepen jongeren die zich langdurig ophouden in de omgeving, deels reizigers, deels jongeren zonder vervoersbehoefte die zich schuldig maken aan storend of intimiderend gedrag (“patsergedrag”);
• Aangiftes en meldingen van afpersing, geweld, pesterijen, baldadigheden, opzettelijke beschadigingen, vandalisme, dronkenschap en druggebruik;
• Verdachte gedragingen en het systematisch verstoren van de openbare orde.

Deze situaties zorgen voor een groot onveiligheidsgevoel bij de modale burger, met een negatieve impact op de leefbaarheid van de stationsbuurt en de sociale cohesie in de omgeving.

De huidige opzoekingen omvatten enkel de feiten die binnen onze politiezone werden aangegeven. Aangezien sommige slachtoffers aangifte kunnen gedaan hebben in hun woonplaats of uit angst geen aangifte doen, ligt het werkelijke aantal feiten vermoedelijk hoger.

De Politiezone Regio Tielt formuleert enkele beleidsaanbevelingen om de situatie op korte en middellange termijn effectief aan te pakken, m.n. gerichte politionele aanwezigheid (met identificatie voor overlastplegers en gekende criminelen, verhoogd toezicht tijdens piekmomenten), bestuurlijke handhaving en multidisciplinaire samenwerking tussen de verschillende actoren.

De aanhoudende overlast en criminaliteit in de stationsomgeving vormen een ernstige bedreiging voor de openbare orde, veiligheid en publieke beleving. 

Verwijzend naar het overzichtsdocument van het aantal meldingen, interventies en aangiftes blijkt dat de situatie dermate problematisch is dat de maatregelen per direct en voor de duur van het resterende schooljaar worden uitgevoerd.

De meldingen betreffen o.a. interventies in de Oude Stationstraat vanaf 01.01.2024 (435/24, d.d. 11/02/’24; 1946/24, d.d. 27/02/’24; 6838/24, d.d. 05/08/2024; 7094/’24, d.d. 13/08/’24; 2688/’25, d.d. 26/03/’25); in de Stationsberm vanaf 01.01.2024 (8214/’24, d.d. 16/09/’24; 8549/’24, d.d. 25/09/’24; 8879/’24, d.d. 05/10/’24; 2893/’25, d.d. 01/04/’25; 8580/’25, d.d. 01/09/’25; 8950/’25, d.d. 11/09/2025); op het Stationsplein vanaf 01.01.2024 (0365/’24, d.d. 12/01/’24; 2009/’24, d.d. 29/02/’24; 7184/’24, d.d. 15/08/’24; 8099/’24, d.d. 13/09/’24; 10598/’24, d.d. 26/11/’24; 1623/’25, d.d. 20/02/’25; 2871/’25, d.d. 31/03/’25; 3799/’25, d.d. 28/04/’25; 3860/’25, d.d. 30/04/’25; 5488/’25, d.d. 16/06/’25; 6237/’25, d.d. 03/07/’25; 6286/’25, d.d. 04/07/’25; 8749/’25, d.d. 06/09/’25; 8940/’25, d.d. 11/09/’25; 9142/’25, d.d. 16/09/’25) in de Blekerijstraat vanaf 01.01.2024 (0276/’24, d.d. 09/01/’24; 3131/’24, d.d. 07/04/’24) en andere (BG.18.L5.000353/2024, d.d. 13/01/’24;BG.92.L5.000495/2024, d.d. 18/01/2024; BG.43.L5.001095/2024, d.d. 09/02/2024; BG.36.L5.001492/2024, d.d. 27/02/2024; BG.43.L5.001543/2024, d.d. 28/02/2024; BG.92.L5.002258/2024, d.d. 29/03/2024; BG.18.L5.002764/2024, d.d. 23/04/2024; BG.17.L5.002854/2024, d.d. 26/04/2024; BG.60.L5.002957/2024, d.d. 30/04/2024; BG.18.L5.003232/2024, d.d. 13/05/2024; BG.11.L5.003290/2024, d.d. 15/05/2024;  BG.18.L5.003407/2024, d.d. 22/05/2024; BG.50.L5.003874/2024, d.d. 10/06/2024;  BG.18.L5.004153/2024, d.d. 22/06/2024; BG.50.L5.004776/2024, d.d. 21/07/2024; BG.92.L5.005284/2024, d.d. 16/08/2024; BG.54.L5.005286/2024, d.d. 16/08/2024; BG.92.L5.005474/2024, d.d. 24/08/2024; BG.18.L5.005509/2024, d.d. 26/08/2024;  BG.43.L5.005940/2024, d.d. 12/09/2024; BG.18.L5.006113/2024, d.d. 20/09/2024;  BG.43.L5.006182/2024, d.d. 23/09/2024; BG.43.L5.006237/2024, d.d. 25/09/2024; BG.18.L5.006255/2024, d.d. 26/09/2024; BG.92.L5.006490/2024, d.d. 04/10/2024;  BG.18.L5.005482/2024, d.d. 08/10/2024; BG.11.L5.006821/2024, d.d. 18/10/2024; BG.60.L5.006845/2024, d.d. 20/10/2024; BG.43.L5.007023/2024, d.d. 28/10/’24; BG.18.L5.007098/2024, d.d. 31/10/2024; BG.43.L5.007365/2024, d.d. 14/11/2024; BG.43.L5.007409/2024, d.d. 16/11/2024; BG.18/L5.007443/2024, d.d. 18/11/2024; BG.43.L5.007940/2024, d.d. 06/12/2024; BG.60.L5.008334/2024, d.d. 21/12/2024;  BG.18.L5.008476/2024, d.d. 30/12/2024; BG.18.L5.001260/2024, d.d. 19/02/2025; BG.18.L5.001730/2025, d.d. 10/03/2025; BG.18.L5.001733/2025, d.d. 10/03/2025; BG.18.L5.001880/2025, d.d. 15/03/2025; BG.18.L5.002151/2025, d.d. 26/03/2025; BG.45./5.002157/2025, d.d. 26/03/2025; BG.45.L5.002158/2025, d.d. 26/03/2025; BG.45.L5.002212/2025, d.d. 26/03/2025; BG.45.L5.002213/2025, d.d. 26/03/2025; BG.18.L5.002215/2024, d.d. 28/03/2025; BG.43.L5.002287/2024, d.d. 31/03/2025; BG.92.L5.002288/2025, d.d. 31/03/2025; BG.18.L5.002370/2025, d.d. 03/04/2025; BG.18.L5.002662/2025, d.d. 17/04/2025; BG.18.L5.002755/2025, d.d. 22/04/2025; BG.43.L5.002819/2025, d.d. 24/04/2025;  BG.18.L5.002907/2025, d.d. 29/04/2025; BG.18.L5.002915/2025, d.d. 29/04/2025; BG.18.L5.003100/2025, d.d. 08/05/2025; BG.18.L5.003602/2025, d.d. 27/05/2025; BG.18.L5.003604/2025, d.d. 27/05/2025; BG.18.L5.003651/2025, d.d. 30/05/2025; BG.18.L5.003847/2025, d.d. 06/06/2025; BG.92.L5.004054/2025,d.d. 16/06/2025; BG.18.L5.004466/2025, d.d. 03/07/2025; BG.60.L5.004507/2025, d.d. 04/07/2025; BG.37.L5.005420/2025, d.d. 13/08/2025; BG.60.L5.005491/2025, d.d. 16/08/2025; BG.55.L5.005492/2025, d.d. 16/08/2025; BG.43.L5.005560/2025, d.d. 19/08/2025; BG.18.L5.005732/2025, d.d. 26/08/2025; BG.92.L5.005889/2025, d.d. 02/09/2025; BG.18.L5.005994/2025, d.d. 05/09/2025; GE.11.LC.005074/’25, d.d. 17/09/2025; BG.18.L5.006327/2025, d.d. 19/09/2025).

 

Het artikel 34 van de Wet op het politieambt schrijft voor in welke omstandigheden en binnen welke voorwaarden de politie identiteitscontroles kan uitvoeren.

Het principe dat identiteitscontroles a priori niet stelselmatig gebeurt maar dat uitzonderlijk, namelijk wanneer bepaalde plaatsen worden bedreigd of bijzondere gebeurtenissen zich voordoen, niet enkel een algemene controle en fouillering van personen toegelaten is maar ook dat die controle van hun identiteit op dusdanige wijze kan georganiseerd en gepland worden dat ze met een zekere stelselmatigheid wordt uitgevoerd.

Het feit dat de overheden van bestuurlijke politie, i.c. de burgemeester, teneinde de openbare veiligheid te handhaven en/of de naleving te verzekeren van de wettelijke bepalingen met betrekking tot de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van personen, binnen de perken van hun bevoegdheden identiteitscontroles kunnen voorschrijven, uit te voeren door de politiediensten in de omstandigheden die deze overheden bepalen.

Het lijdt geen twijfel dat de openbare orde in de stationsomgeving en de onmiddellijke omgeving ernstig verstoord wordt door het groeiend onveiligheidsgevoel dat er veroorzaakt wordt door groepen mensen en individuen die er elkaar opzoeken om uiteenlopende overlast te veroorzaken en/of straatcriminaliteit te plegen.

Het hoge aantal politionele tussenkomsten en de vraag van burgers en scholieren naar doeltreffende maatregelen onmiskenbaar aantonen dat deze overlastgolf moet beschouwd worden als een bijzondere gebeurtenis die de openbare orde sterk aantast.

De stationsomgeving, toneel van deze bijzondere gebeurtenis, moet worden beschouwd als een bijzondere plaats die wordt bedreigd.

Bewoners, scholieren en passanten op die plaats moeten beschermd worden tegen deze bijzondere gebeurtenis; alles moet in het werk gesteld worden om te voorkomen dat zij nog langer geconfronteerd worden met dagelijkse overlast in deze buurt.

Stelselmatige identiteitscontroles in combinatie met veiligheidsfouillering zijn op die plaats een gewettigd instrument met het oog op het handhaven van de openbare orde.